Wateroverlast en hoe gaat een verzekeraar daarmee om?

  1. Wat is de hoofdregel bij overstroming vanuit grote rivieren, IJsselmeer en zee?
    De zogenaamde primaire waterkeringen beschermen ons land tegen buitenwater uit de
    Noordzee, de Waddenzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer. De hoofdregel is
    dat waterschade, als gevolg van overstroming van deze primaire waterkeringen, vrijwel altijd
    uitgesloten is op de standaard gebouwen-, woonhuis-, inventaris-, goederen- en
    inboedelverzekeringen.
  2. Wat is hoofdregel bij overstroming vanuit kanalen en kleine rivieren?
    De niet primaire (regionale of secundaire) waterkeringen beschermen ons land tegen
    binnenwater uit de meren, kleine rivieren en kanalen. Als deze waterkeringen door heftige
    plaatselijke regenval overstromen, dan bieden de meeste woonhuis- en
    inboedelverzekeraars wel dekking voor de aan het woonhuis en/of de inboedel ontstane
    waterschade voor zover er géén uitsluiting van toepassing is zoals bijvoorbeeld achterstallig
    onderhoud of een constructiefout. Onder heftige plaatselijke regenval wordt verstaan
    neerslag van ten minste 40 mm in 24 uur, 53 mm in 48 uur of 67 mm in 72 uur, op en/of nabij
    de locatie waar de schade is ontstaan. Op de zakelijke bedrijfsgebouwen-, inventaris- en
    goederenverzekeringen is er voor de waterschade, als gevolg van overstroming van de niet
    primaire waterkeringen, meestal géén dekking.
  3. Wat is de hoofdregel voor dekking van neerslagwaterschade op de gebouwen- en
    inboedel-, inventaris- en goederenverzekeringen?
    Op de uitgebreide gevarendekking van deze verzekeringen is meestal gedekt het plotseling
    onvoorzien binnendringen van neerslagwater in het gebouw, anders dan via openstaande
    ramen en deuren of als gevolg van andere specifiek uitgesloten oorzaken constructiemontagefouten, achterstallig onderhoud, niet nakomen van de schadebeperkingsplicht,
    stijgend grondwater, en dergelijke. Reparatie van de kapotte daken en dakgoten, waardoor
    de wateroverlast is ontstaan, is meestal ook uitgesloten.
    Veel verzekeraars nemen in de voorwaarden van de particuliere verzekeringen de advies
    neerslagclausule van het Verbond op; in zakelijke verzekeringen veel minder vaak. De
    dekking op zakelijke verzekeringen verschilt sterk zowel per verzekeraar als per te
    verzekeren soort bedrijf.
    Als de neerslagclausule is opgenomen, is er dekking voor de in het antwoord op de vorige
    vraag genoemde ‘heftige plaatselijk regenval’, waarbij in de clausule onderscheid wordt
    gemaakt tussen dekking voor:
  • De directe neerslagschade: neerslag die op of tegen de woning of het gebouw is
    gevallen, maar ook neerslag die via de straat de woning of het gebouw is
    binnengedrongen;
  • De indirecte neerslagschade: overstromen van niet primaire waterkeringen, zoals
    overgelopen sloten, kanalen, grachten, kleine rivieren, als gevolg van heftige
    plaatselijke neerslag.
    Overstroming van de primaire waterkeringen is vrijwel altijd uitgesloten. Ook uitgesloten blijft
    altijd als het water via openstaande ramen en deuren, als gevolg van constructie- montage
    fouten, nalatig onderhoud, stijgend grondwater en dergelijke, is binnengedrongen.
  1. Kan een verhuurder of een VvE aansprakelijk zijn voor de door een huurder of een
    eigenaar van een appartement geleden waterschade als gevolg van wateroverlast
    door neerslag?
    Dat kan alleen als bewezen kan worden dat de verhuurder of de VvE op grond van de
    bepalingen in het aansprakelijkheidsrecht ook daadwerkelijk aansprakelijk zijn. Dat zou
    bijvoorbeeld kunnen als een gebouw een lekkende dakgoot of dak heeft waardoor de
    wateroverlast is ontstaan. Dan kan de bezitter (de VvE of de verhuurder) aansprakelijk zijn
    op grond van art. 6:174 BW en misschien ook op grond van art. 6:162 BW, omdat er sprake
    is van een onrechtmatige daad om het pand niet goed te onderhouden en dat daardoor
    iemand anders schade lijdt. Of misschien ook op grond van art. 6:74 BW omdat de
    verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nagekomen zijn (een toerekenbare tekortkoming
    of wanprestatie). Voor de bestuurders van de VvE zou sprake van onbehoorlijk bestuur, dus
    bestuurdersaansprakelijkheid, aan de orde kunnen zijn als zij hun taken niet behoorlijk
    vervuld hebben.
  2. Kunnen ook andere partijen, zoals bijvoorbeeld degene die het pand getekend of
    gebouwd heeft, of de gemeente, de provincie of het waterschap, aansprakelijk
    zijn?
    Ook voor de aansprakelijkheid van andere partijen geldt dat de aansprakelijkheid, op grond
    van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen, door de schadelijdende en eisende partij
    bewezen moet worden. Dat kan als bijvoorbeeld aangetoond kan worden, dat er sprake is
    van wateroverlast als gevolg van het feit dat:
  • Het gebouw op een plek is gebouwd waar de wateroverlast die zich voordeed te
    voorzien was, en de gemeente of provincie een bouwvergunning heeft afgegeven
    zonder daarop te wijzen;
  • Het Waterschap een dijk langs het kanaal niet goed heeft onderhouden, waardoor de
    dijk als gevolg van de regenval doorgebroken is;
  • De constructeur een fout heeft gemaakt bij de berekening van de constructie van het
    dak, waardoor het dak ingestort is;
  • De aannemer bij de bouw verkeerde materialen gebruikt heeft en het pand niet tegen
    de neerslag bestand was.
  1. In augustus 2003 is bij Wilnis een dijk langs een vaart (kanaal) doorgebroken. Het
    waterschap is toen aansprakelijk gesteld. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad anders
    beslist. Wat was de kern van het arrest hoe je aansprakelijkheid moet beoordelen?
    Mede als gevolg van de droogte is de kade van een veendijk gaan verschuiven en is de dijk
    doorgebroken, waardoor enorme wateroverlast in een woonwijk is ontstaan.
    Het Hoogheemraadschap (waterschap) werd als bezitter van de bewuste dijk aansprakelijk
    gesteld op grond van art. 6:174 BW, omdat er sprake zou zijn van een gebrek van de dijk.
    De Rechtbank stelt dat de kade inderdaad als een gebouw moet worden gezien, maar wijst
    de vordering af, omdat de kade aan de eisen voldeed die men daar in de gegeven
    omstandigheden aan mocht stellen.
    In Hoger beroep wijst het Gerechtshof de vordering wel toe, omdat het volgens het Hof gaat
    om schade als gevolg van een gebrek in de dijk, die op grond van art. 6:174 BW voor
    rekening moet komen van de bezitter van de dijk.
    In cassatie stelt de Hoge Raad dat het Hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de
    onbekendheid van het gevaar op grond van de wet voor risico van de bezitter moet komen,
    nu het gaat om een specifiek gevaar, dat zich heeft verwezenlijkt en naar de toenmalige
    stand van de wetenschap en de techniek niet bekend – en dus naar objectieve maatstaven
    niet kenbaar – was.
    De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Hof en verwijst het geding ter verdere
    behandeling en beslissing naar een ander Gerechtshof. Dat Gerechtshof heeft geoordeeld
    dat het Hoogheemraadschap niet aansprakelijk is, omdat ze niet onder de maat van een
    goed waterbeheerder is gebleven, omdat uit het deskundigenonderzoek is gebleken, dat de
    dijk onder normale omstandigheden prima in orde was. ECLI:NL:GHDHA:2014:1539
  2. Op welk moment is het verstandig om een contra-expert in te schakelen?
    Een contra-expert inschakelen kan eigenlijk op ieder moment tijdens de schadebehandeling,
    maar bij een grote schade is het vrijwel altijd verstandig om direct een contra-expert in te
    schakelen.
  3. Zijn er bijzondere dekkingsbeperkingen voor woonboten en schade door
    water/overstromingen?
    Er is maar een beperkt aantal verzekeraars die verzekeringen voor woonboten aanbieden.
    De verzekering wordt alleen geaccepteerd als aan bepaalde preventie eisen is voldaan.
    Zoals bijvoorbeeld aanwezigheid van een waterdetectiemelder, alle openingen van de boot
    dienen minimaal 20 cm boven de waterlijn te liggen en/of afgedicht te worden, en soms
    wordt een pomp om eventueel inlopend water af te pompen verplicht gesteld. Er is géén
    dekking als aan deze eisen niet is voldaan. Op deze verzekering is meestal ook uitgesloten
    overstroming van zowel de primaire als de niet primaire waterkeringen. Er zal dus
    waarschijnlijk géén dekking zijn op de woonbootverzekering van de woonboot, die in
    Maastricht tegen de brug terecht is gekomen.
  4. Hoevelaken, 5 januari 2024
    Bureau DFO en Anita Hol-Bubeck

Deel deze post: